Ik wist dat dit een cultuurshock ging worden, maar nog niet op welk niveau.
We zijn nog niet koud het vliegveld af en het eerste wat me opvalt zijn de reclameborden. Noem me een vaknerd, maar reclame geeft een redelijk goed beeld van waar de behoeftes, latente behoeftes en het aspiratieniveau van de bevolking ligt. Maar dit is niet voor flashy nieuwe gadgets, de google home of overpriced merkkleding, hier staan billboards voor cement en sterkere kabels.
Aggenebbes, dat is wat ik denk als ik de stad Mandalay zie. Verval. Vergane glorie. Maar iedereen heeft wel de nieuwste iphone in handen. Grappig waar mensen dus hun geld aan uitgeven. Connectivity en... de tempels glimmend houden. (Hieronder het eerste exemplaar dat ik tegenkwam.)
Het tweede dat me hier opvalt is de muziek, zowel in het vliegtuig op het vliegveld als in de bus staat sinterklaasmuziek aan! Is die bebaarde slavenhandelaar eindelijk weer terug naar Spanje, krijg je die muzikale ellende ook op je vakantieoord. Maar natuurlijk niet nederlandse, nee ze zingen in het Birmees. Vertaling of niet, Marco Borsato zou er trots op zijn!
Mijn ouders waren niet heel gelukkig met mij keuze voor Myanmar. Dat had wellocht iets met dit plaatje van onze overheid te maken of met het feit dat ik van mijn vijf tripjes naar Cannes (Lions) er vier in het ziekenhuis ben beland. Ik ben te impulsief en heb het balans van Bambi op ijs.
Terug naar de muziek. Als we vanaf het restaurant teruglopen naar het hotel, zie ik muziek. En lichtjes. Feestje? Ik ontsnap met twee groepsgenoten aan de gids en kom op een straatfeestje terecht. We dansen even mee en gokken (en verliezen) met de locals. Iedereen is zo vriendelijk! Of zal dit door m’n blonde haar komen?
Nu tukken, ben als sinds woensdag 6 am wakker.
---
DISCLAIMER: Dit stukje is getypt door een halve dyslect met-zonder lenzen in, dus tiepfoutjes zijn onvermijdelijk. En ik heb even veel liefde voor d’s als voor t’en, dus gebruik ik die te pas en te onpas. Mijn blog. Deal with it. Kusje!