Je cannes natuurlijk veel geschreven woordgrappen maken over deze badplaats, en dat doet iedereen dan ook te pas en te onpas. Na zo’n dagje slenteren over de Croissette viel het me op dat het ‘creatieve’ Nederlandse volk hier ook soort ‘add-ons’ voor onze Nederlandse taal hebben ontwikkeld. Opmerkingen die je alleen in Cannes hoort en die je vooral niet in Cannes hoort.
‘Waar moeten we zijn?’
‘Daar, ik herken het artwork.’
Waarom zeggen we dit opeens? Als iemand in Amsterdam om route-instructies vraagt zeggen we toch ook niet ‘tweede links, even rechtdoor en dan herken je vanzelf het artwork’??
‘Ga je mee gutteren?’
Er ontstaan hier spontaan meer werkwoorden dan ik schoenen in mijn kast heb. ‘Dobber je lekker in die donut’ werd ‘lekker aan het donutdobberen?’. En in plaats van de ‘ga je mee naar de Gutterbar’, had iedereen het opeens over 'gutteren'. Dus niet alleen worden hier ter plekke werkwoorden bedacht, ze verspreiden zich ook als een lopend vuurtje.
‘Ben je verbrand?’
‘Nee dat is de rosé die uit mijn poriën komt.’
Hoeveel volwassen mannen zie je in Nederland gewillig liters roze wijn weg slurpen? Maar in Cannes hoort dat en benoemen we dat ook. Op veel verschillende manieren. Hé prima hoor, zolang de wijn maar koud staat.
Er zijn natuurlijk ook zinnetjes die in een Nederlands gesprek altijd wel voorbijkomen, maar je hier dan weer niemand hoort zeggen. Een mooi voorbeeld hiervan is ‘ik ben getrouwd’.
A demain, bisous!
---
Hou ik me nog aan mijn eigen tips?
Tip 1. Piek niet te vroeg. Check!
Tip 2. Het blijft werk… so far, so good.
Tip 3. De kater... die heet inmiddels François en we zijn redelijk OK met elkaar.
Tip 4. Channel Marco Polo... cannes beter.
DISCLAIMER: Dit stukje is getypt door een halve dyslect met een kater, dus tiepfoutjes zijn onvermijdelijk. Deal with it. Bisous!